De Japanse economie heeft in juli nauwelijks aan kracht gewonnen. Dat blijkt uit een reeks cijfers die de Japanse overheid vrijdag heeft gepubliceerd.

Daaruit bleek onder meer dat de industriële productie in het land vorige maand met 0,2 procent is gestegen ten opzichte van juni, terwijl economen in doorsnee rekenden op een plus van 1 procent. Daarnaast zette de btw-verhoging die in april werd doorgevoerd onverminderd druk op de uitgaven van consumenten. Die namen in juli met bijna 6 procent af.

De inflatie zakte licht naar 3,4 procent, tegen 3,6 procent in juni. Zonder de btw-verhoging en de beweeglijke prijzen van vers voedsel bleef de geldontwaarding beperkt tot 1,3 procent. De Japanse centrale bank mikt bij deze zogeheten kerninflatie op een niveau van 2 procent.

Agressief stimuleringsbeleid

Dat moet worden bereikt met het agressieve stimuleringsbeleid dat vorig jaar onder leiding van premier Shinzo Abe is ingezet. Met behulp van zijn ‘Abenomics‘ heeft Japan afgerekend met de deflatie in het land, de lange periode van aanhoudende prijsdalingen. Veel economen betwijfelen echter of de maatregelen krachtig genoeg zijn om de inflatie tot het beoogde peil te verhogen en de economische groei duurzaam te stimuleren.

Eén van de problemen waar de regering tegenaan loopt is de achterblijvende loonontwikkeling. Doordat de prijzen in Japan sterker stijgen dan de lonen, wordt de koopkracht van consumenten uitgehold. Dit bedreigt het economische herstel, dat ook door Abenomics zou moeten worden aangejaagd.

De Japanse economie ging in het tweede kwartaal door de btw-verhoging met bijna 7 procent achteruit. Voor heel 2014 wordt op een groei van 2,7 procent gerekend.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl